Stop! Je hoeft niet meer bang te zijn
De kinderen in Sofie’s klas fluisterden van opwinding na de mededeling van de juf dat een politiehondenbegeleider hun klas zou bezoeken op banendag. En hij zou zijn hond meenemen! Hanna leunde giechelend opzij. “Ik heb nog nooit een politiehond gezien! Het gaat zo vet cool zijn!”
Sofie zat te draaien. “Ja”, zei ze, “Ik denk het…” Maar Hanna had zich naar iemand anders omgedraaid. “Ik durf te wedden dat hij groot is,” zei ze, “en woest, zodat hij alle boeven kan afschrikken! Maar dat maakt mij niet uit. Ik houd van honden!”
In de bus was Sofie stil. Haar gedachten draaiden rond en haar maag zat in de knoop. Hoe groot is een politiehond? Hij zal waarschijnlijk enorm zijn. Hanna zei dat hij woest zou zijn. Wat als hij denkt dat ik een boef ben? Hij zal mij bijten! Wanneer hij dicht bij mij komt weet ik zeker dat ik ga gillen! Wat zal Hanna dan niet denken? Ik ga die dag maar niet naar school…
Toen de bus bij de halte stopte zag Sofie haar grootmoeder al op haar wachten. Zij veegde haar handen aan haar broek af en rende naar haar toe.
“Wat is er aan de hand, Sofie? Je lijkt helemaal overstuur!”
Het verhaal rolde eruit. Sofie riep uit: “Och oma, ik kan op banendag niet naar school! Ik zou doodgaan als Hanna mij zou uitlachen!”
“Ach” leefde oma mee. “Je voelt je ongerust. Je bent bang voor die hond en voor de mening van jouw vriendin over jou.”
Sofie stopte. “U hebt gelijk, oma. Zo voel ik mij.”
Ongerustheid is normaal
“Sofie: ongerustheid is normaal! Als je een grommende hond in het bos tegenkwam, dan is bang zijn gezond. Angst is Gods geschenk om jou te helpen gevaar te herkennen.”
“Echt waar?”
“Jazeker! In feite probeert jouw hele lichaam jou te beschermen. Jij gaat sneller ademhalen, zodat je meer zuurstof beschikbaar hebt. Je spieren spannen zich. Zij staan klaar en wachten opdrachten af!”
“Maar ik vind het niet fijn, oma. Soms doet mijn buik pijn.”
“Ja, het kan ongemakkelijk zijn. En angst kan ook in de weg gaan zitten van goede dingen.”
“Zoals wat?”
“Zoals thuis willen blijven op banendag. Wat ga je missen als je dat doet?”
“Er zal een verpleegster zijn, een piloot, …die politieman…” Sofie huiverde. “Maar het mooiste zal Jaap’s vader zijn. Hij heeft een bakkerswinkel in de stad. De leraar zei dat hij voor ons traktaties mee zal brengen.”
“Het zou jammer zijn om dat allemaal mis te lopen.”
“Ja.” Sofie schraapte met haar schoen over de stoep. “Maar ik weet dat ik zal gillen wanneer die hond dichtbij komt…”
Oma pakte haar sleutels terwijl zij het pad opliepen naar huis. ‘Kom binnen, meisje. Ik zal je iets laten zien.”
Drie stappen vooruit
Oma’s huis was koel en uitnodigend. Oma schopte haar schoenen uit, pakte haar Bijbel en nestelde zich op de bank. Terwijl ze een kleurig gemarkeerde bladzijde opensloeg las zij hardop voor: “Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden.” (Filipenzen 4:6)
Sofie keek naar de kleurige markeringen in haar oma’s Bijbel. Zij had ‘gebeden, vraag en dank’ onderstreept. “Oh, ik snap het, oma,” zei Sofie. “Wanneer wij ons bezorgd of angstig voelen, dan moeten wij bidden en vragen wat wij nodig hebben.”
“Dat klopt, Sofie! God vertellen over je angsten en Hem vragen om hulp is de eerste stap vooruit!”
“Maar waarom heeft u ‘dank’ onderstreept? Ik voel mij niet dankbaar – ik maak mij zorgen!” klaagde Sofie.
“Danken is de tweede stap voorwaarts. Dit verrast je misschien. Maar veranderen hoe je denkt is onderdeel van het overwinnen van je angst! Nadat je dus om hulp hebt gevraagd, denk dan aan iets waar je dankbaar voor bent.”
“Zijn er nog meer stappen?” vroeg Sofie zich af.
“Nog één, lieverd,” zei oma, terwijl zij in haar Bijbel terugbladerde. “Koning Saul wilde David doden. David vluchtte naar een ander land, maar kwam alleen maar meer gevaar tegen! Hij had een boel om bang voor te zijn, maar dit schreef hij op: “Wanneer ik bang ben zal ik op U vertrouwen. Ik prijs God voor Zijn Woord. Ik vertrouw op God. Ik ben dus niet bang. Wat kunnen mensen mij aandoen?” (Psalm 56: 3-4) David maakte een keus. Heb je dat gemerkt?”
“Nee, wat was het?” vroeg Sofie.
“Hij koos ervoor om God te vertrouwen in plaats van bang te zijn. Dat is de derde stap vooruit!”
Praktische tips
Voordat Sofie naar huis ging baden zij en oma. Sofie vertelde God over de politiehond en haar angst, dat Hanna haar zou uitlachen. Zij dankte God voor de leuke dingen die haar onderwijzer voorbereid had en voor haar oma. Toen hielp oma haar om hiermee verder te kunnen komen. Zij begonnen met kleine honden, aangezien Sofie hier niet bang voor was. Zij maakten plannen een buurman met een kleine hond op te zoeken. De volgende keer zouden zij langer op bezoek gaan en zou Sofie proberen de hond te aaien. Zij probeerden elke keer het een beetje moeilijker te maken dan de vorige keer. Na een maand van bidden en hard werk kwam de banendag. Sofie was er klaar voor!
“Ik heb het gedaan, oma!” riep Sofie toen ze uit de bus stapte. “Ik was bang, maar ik vertrouwde op God en ik heb het gedaan!”
Ben je net als Sofie wel eens bang? Als dat zo is dan ben je normaal! Maar God wil niet dat angst in de weg gaat zitten van een gelukkig leven. Hieronder staan wat tips:
Leer over angst en de gevolgen.
Leer manieren om te ontspannen, zoals langzaam en regelmatig ademen.
Onderzoek jouw gedachten. Kloppen die?
Confronteer jouw angsten één tegelijk. De minst angstaanjagende eerst!
Het belangrijkste is dat je moet bedenken dat God om jou geeft! Wanneer je Hem vertrouwt kan Hij jou helpen je angsten te overwinnen.