OUDE BOEKROLLEN ONTDEKT IN VERGETEN GROTTEN
In 1947 begon een herdersjongen genaamd Mohammed ed-Dhib aan een zoektocht tussen de rotsen van de Judese woestijn om een geit te vinden, die van de kudde was afgedwaald. Terwijl hij het ruige terrein beklom op zoek naar zijn geit, stuitte hij op een spelonk. Nieuwsgierig naar de diepte van de grot, gooide hij er een steentje in in de verwachting dat deze de bodem zou raken, maar in plaats daarvan hoorde hij het geluid van brekend aardewerk. Deze herdersjongen had bij toeval de grootste archeologische vondst op Bijbels gebied gedaan. Later onderzoek in de vroege jaren 50 brachten oude boekrollen in vazen aan het licht, verstopt in totaal elf grotten. Deze documenten, de Dode Zee Rollen genaamd, waren de oudste Bijbelteksten ooit gevonden, elk meer dan 2000 jaar oud.
DE DODE ZEEROLLEN EN DANIËL
Deskundigen vertaalden later de Dode Zee Rollen en ontdekten dat zij elk boek uit het Oude Testament bevatten, met uitzondering van het boek Esther, plus andere teksten met inbegrip van commentaren op Bijbelboeken. De boekrollen met het boek Daniël onthulden verbazingwekkende nieuwe inzichten.
DE DATERING VOOR DANIËL
Volgens de Bijbel leefde Daniël in het oude Babylon na de verwoesting van Jeruzalem in 586 v.Chr. tot zijn dood in het Perzische rijk. Hij kreeg meerdere profetische visioenen die toekomstige wereldgebeurtenissen voorspelden. Moderne sceptici wijzen de mogelijkheid van elke miraculeuze toekomstvoorspelling af en proberen het boek Daniël opnieuw te dateren tot de tweede eeuw v.Chr., nadat veel van Daniel’s voorspelde gebeurtenissen al zouden zijn gebeurd. In hun visie voorspelt Daniël niet langer de toekomst, maar vertelt simpelweg gebeurtenissen die al in het verleden hebben plaatsgevonden. De ontdekking van de Dode Zee Rollen werpt nieuw licht op deze moderne herdatering – en wel als volgt: de acht kopieën van het boek Daniël zijn terug te leiden tot eind tweede eeuw v.Chr.. Zowel Frank Moore Cross van de Harvard Universiteit als Eugene Ulrich van de Universiteit van Notre Dame beargumenteren dat de datum en het aantal kopieën in omloop erop wijzen dat het boek Daniël tegen die tijd al beschouwd werd als onderdeel van de Schriften. Hierin ligt sterk bewijs voor een veel vroegere datum voor de samenstelling van Daniël, omdat het proces van erkenning door de gemeenschap al plaats gevonden had moet hebben. Zelfs al zou Daniël al geschreven zijn in de tweede eeuw v.Chr. , zoals sceptici hebben gesuggereerd, dan lopen de nauwkeurige voorspellingen die tijd ver voorbij.
DE TEKSTUELE PRECISIE VAN DANIËL
Voor de publicatie van de Dode Zee Rollen argumenteerden veel geleerden, dat Bijbelse boeken zoals Daniël door de tijd heen evolueerden. Woorden, zinnen en grotere tekstgedeelten zouden zogenaamd zijn veranderd of toegevoegd. Totdat de Dode Zee Rollen gevonden werden dateerden de vroegste exemplaren van de Bijbel tot aan de 10e en 11e eeuw. Er zat een groot gat – zo’n 1500 jaar – tussen de tijd van Daniël en de Europese Middeleeuwen. De nieuwe publicatie van Daniël door geleerden, die de Dode Zee Rollen bestudeerden, voorzagen in nieuwe teksten die meer dan 1000 jaar ouder waren dan voorgaande manuscripten waar de profetieën van Daniël mee vergeleken werden. De boekrollen onthulden gedeelten van alle hoofdstukken van Daniël, behalve hoofdstuk 12. Deze hoofdstukken vertoonden opmerkelijke overeenkomsten met andere manuscripten:
1) Er is niets van betekenis aan afgedaan of toegevoegd. 2) De overgang van Aramees naar Hebreeuws en andersom komt op precies dezelfde plaatsen voor. 3) De acht verschillende kopieën komen heel erg overeen met de tiende- tot elfde-eeuwse teksten, waarop onze moderne vertalingen zijn gebaseerd. Dit is een enorme ontdekking die veel geloofwaardigheid verleent aan de nauwkeurigheid van de datering van het boek Daniël.
DE PLAATSEN, VOLKEREN EN GEBEURTENISSEN IN DANIËL BEVESTIGD
De verhalen en profetieën van Daniël plaatsen het boek binnen de drie militaire campagnes van de Babylonische koning Nebukadnezar tegen Juda. De legers van Babylon nemen Daniël en zijn vrienden gevangen in 605 v.Chr. (Daniël 1). Zij nemen de profeet Ezechiël en 10.000 anderen gevangen in 597 v.Chr. (2 Kon.24:14) en laten de profeet Jeremia achter om hoop te geven aan de armsten, die in Jeruzalem achterblijven. Uiteindelijk vernietigt Nebukadnezar in 586 v.Chr. Jeruzalem en de tempel, waarbij veel van de inwoners naar Babylon worden gedeporteerd (2 Kon.25:1-21). De volgende zes punten laten zien hoe archeologie, samen met de Dode Zee Rollen, de nauwkeurigheid van deze Bijbelse gebeurtenissen bevestigt.
DE KRONIEKEN VAN BABYLON zijn de officiële verslagen van de campagnes van Nebukadnezar. De tekst, nu in het Brits Museum, is gedeeltelijk kapot maar legt duidelijk de campagne vast tegen Jeruzalem in 597 v.Chr., zoals die in de Bijbel beschreven wordt.
DE LACHISCH BRIEVEN werden in 1930 in de verwoeste poort van de stad Lachish gevonden. Eén brief bevat de woorden: “Wij kijken uit naar de vuursignalen van Lachish volgens alle tekenen die mijn heer heeft gegeven, want wij kunnen Azekah niet zien.“ De tekst, door een boodschapper naar Lachish gestuurd, informeert de inwoners dat Azekah al is veroverd en dat Lachish wel eens de volgende kan zijn. Volgens Jeremia 34:7 bleven enkel Azekah en Lachish over van de steden in Juda tijdens deze laatste campagne van Nebukadnezar. Deze brief bevestigt dit beeld en kondigt het volgende stadium van de campagnestrategie aan – de verwoesting van de verdedigingsstad Lachish voordat de legers tegen Jeruzalem optrokken.
NEBUKADNEZAR BEWEERT BABYLON TE HEBBEN GEBOUWD ( Daniël 4:30), maar geen enkele klassieke schrijver heeft dit ooit gezegd. Bovendien wisten geschiedkundigen dat Babylon al meer dan duizend jaar bestond vóór Nebukadnezar. Hoe kon hij beweren de stad te hebben gebouwd? De Duitse expeditie naar Babylon van 1899 tot 1915, legde duizenden bakstenen bloot die in de muren en gebouwen werden gebruikt en het stempel droegen met de naam van Nebukadnezar. Bovendien werd de stad omgeven door acht poorten, die elk vernoemd waren naar een welbekende Babylonische god. De beroemde Ishtar poort die in Berlijn gereconstrueerd is, toont een inscriptie ter ere van Nebukadnezar. Hij heeft inderdaad de stad herbouwd na de vernietiging door de Assyriërs.
DE NAAM “BARUCH DE ZOON VAN NERIAH, DE SCHRIFTGELEERDE” werd ontdekt op een zegelafdruk tussen het puin van Jeruzalem. Baruch diende als de persoonlijke schrijver van de profeet Jeremia en hielp de profeet met het schrijven van het boek (Jeremia 32:12).
DE NAAM NEBU-SARSEKIM werd in 2007 door een onderzoeker van het Brits Museum ontdekt in een financieel verslag. De inscriptie dateert uit het tiende jaar van koning Nebukadnezar. Jeremia 39:3 noemt Nebu-sarsekim in het verslag van Nebukadnezars laatste campagne tegen Juda.
DE CYRUS CILINDER, die in 1879 in Babylon werd ontdekt, werd door Cyrus de Grote gemaakt om zijn verovering van Babylon in 539 v. Chr. te herdenken. Cyrus beschrijft hoe hij op vreedzame wijze de stad binnenkomt en door het volk als bevrijder verwelkomd wordt. Dit komt overeen met de profetie van Jesaja 44:28 tot 45:3, die zegt dat Babylon viel zonder een lang beleg of gevecht door Cyrus, “de gezalfde”. De cilinder verhaalt ook de bevrijding van de door Babylon gevangen naties en hun terugkeer naar hun steden. In Ezra 1:1-6 staat dat Cyrus de Joden bevrijdde die door Nebukadnezar in ballingschap waren gevoerd en hen toestond terug te keren naar Jeruzalem.
CONCLUSIE
De ontdekking van de herdersjongen, evenals de archeologische opgravingen van oude plaatsen in het Midden Oosten, hebben nieuwe informatie over de wereld van de Bijbel uit het zand der tijd naar boven gebracht. Dit bewijs bevestigt de nauwkeurigheid, autoriteit, en geloofwaardigheid van de Bijbel, inclusief haar profetieën. Zij, die deze beschavingen bestudeerden, hebben profetieën tot leven zien komen. Dergelijke nieuwe wetenschappelijke gegevens voorzien in bewijs van de bovennatuurlijke oorsprong van de Bijbel en leidt naar de vraag over haar invloed op mijn leven en dat van u. Zullen wij de Bijbel lezen en vertrouwen?